De biodiversiteit staat onder druk. Er zijn van 67 soorten libellen 27 soorten die afnemen, 9 soorten zijn stabiel en 24 soorten zijn toegenomen. Update; 28 aug. 2025
Toegenomen: 24 soorten.
 |
|
 |
|
 |
|
Zadellibel (vrouw).
De zadellibel in 1995 voor het eerst in Nederland en wordt op steeds meer locaties gezien. In de periode 2006-2010 werd deze soort in 1 uurhokken geregistreerd, in de periode 2011-2015 in 11, in de periode 2016-2020 in 187 (2019 was een invasiejaar) en in de periode 2021-2025 tonen de voorlopige cijfers een verspreiding in 32 uurhokken.
|
|
 |
|
 |
|
 |
Gaffelwaterjuffer (man en vrouw). |
De gaffelwaterjuffer werd in juni 2003 voor het eerst in Nederland waargenomen en wordt sindsdien op steeds meer locaties gezien. In de periode 2006-2010 werd deze soort in 9 uurhokken geregistreerd, in de periode 2011-2015 in 54, in de periode 2016-2020 in 134 en in de periode 2021-2025 tonen de voorlopige cijfers een verspreiding in 436 uurhokken. |
 |
|
 |
|
 |
|
 |
|
De sierlijke witsnuitlibel was vanaf 1970 uit Nederland verdwenen. Werd in 2006 herontdekt en wordt nu op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 2 uurhokken, periode 2011-2015 in 6, periode 2016-2020 in 109 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 163 uurhokken. |
|
 |
|
 |
|
De Kempense heidelibel is verdwenen uit de Kempen en wordt in Nederland op steeds meer in de laagveengebieden (Weerribben, Westbroekse Zodden) gezien. In de periode 2006-2010 in 8 uurhokken in de Kempen, periode 2011-2015 in 13, periode 2016-2020 in 40 en in periode 2021-2025 in 87 uurhokken.
Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Ernstig Bedreigd. Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar.
|
|
 |
|
De zuidelijke glazenmaker werd in 1994 voor het eerst in Nederland waargenomen en wordt sindsdien op steeds meer locaties gezien. In de periode 2006-2010 werd deze soort in 85 uurhokken geregistreerd, in de periode 2011-2015 in 62, in de periode 2016-2020 in 267 en in de periode 2021-2025 tonen de voorlopige cijfers een verspreiding in 347 uurhokken. |
|
 |
|
De gevlekte witsnuitlibel wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 99 uurhokken, periode 2011-2015 in 232, periode 2016-2020 in 383 en in periode 2021-2025 in 459 uurhokken. Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Kwetsbaar.
In de Vijfheerenlanden werd de gevlekte witsnuitlibel dit jaar op 18 mei 2025 voor het eerst gefotografeerd op de Lekuiterwaard Everdingen.
In de Alblasserwaard werd de gevlekte witsnuitlibel gezien/foto's in 2015, 2018, 2020 en recent samen met een noordse witsnuitlibel in Park Huis te Kinderdijk op 19 mei 2025.
|
|
 |
|
De vuurlibel wordt sinds 1995 in Nederland waargenomen en wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 398 uurhokken, periode 2011-2015 in 474, periode 2016-2020 in 850 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.106 uurhokken.
|
|
 |
|
Van de zuidelijke heidelibel waren tot 2004 drie waarnemingen bekend. Vanaf 2006 werden ze op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 38 uurhokken, periode 2011-2015 in 100, periode 2016-2020 in 208 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 545 uurhokken. |
|
 |
|
De kleine tanglibel (vanaf 1996) wordt in Limburg op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 5 uurhokken, periode 2011-2015 in 4, periode 2016-2020 in 10 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 23 uurhokken. Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Gevoelig. |
|
 |
|
De plasrombout wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 166 uurhokken, periode 2011-2015 in 172, periode 2016-2020 in 202 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 253 uurhokken. |
 |
|
De beekrombout wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 99 uurhokken, periode 2011-2015 in 105, periode 2016-2020 in 136 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 179 uurhokken. Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Bedreigd.
|
|
 |
|
 |
|
De beekoeverlibel wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 84 uurhokken, periode 2011-2015 in 89, periode 2016-2020 in 199 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 276 uurhokken. |
 |
|
 |
|
De bruine winterjuffer wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 443 uurhokken, periode 2011-2015 in 681, periode 2016-2020 in 927 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.200 uurhokken. |
|
 |
|
De Noordse winterjufffer wordt op steeds meer locaties gezien. In de periode 2006-2010 werd deze soort in 44 uurhokken geregistreerd, in de periode 2011-2015 in 76, in de periode 2016-2020 in 77 en in de periode 2021-2025 tonen de voorlopige cijfers een verspreiding in 91 uurhokken.
Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Bedreigd.
|
|
 |
|
De blauwe breedscheenjuffer wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 433 uurhokken, periode 2011-2015 in 526, periode 2016-2020 in 680 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 864 uurhokken. |
|
 |
|
De vroege glazenmaker wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 605 uurhokken, periode 2011-2015 in 840, periode 2016-2020 in 1.169 en in periode 2021-2025 in 1.324 uurhokken. |
|
 |
|
 |
|
De tengere grasjuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 311 uurhokken, periode 2011-2015 in 470, periode 2016-2020 in 524 en in periode 2021-2025 in 674 uurhokken. |
|
 |
|
De tengere pantserjuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 379 uurhokken, periode 2011-2015 in 477, periode 2016-2020 in 576 en in periode 2021-2025 in 773 uurhokken. |
|
 |
|
De tangpantserjuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 264 uurhokken, periode 2011-2015 in 293, periode 2016-2020 in 301 en in periode 2021-2025 in 451 uurhokken. |
|
 |
|
De houtpantserjuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 968 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.111, periode 2016-2020 in 1.241 en in periode 2021-2025 in 1.410 uurhokken. |
 |
|
De smaragdlibel wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 584 uurhokken, periode 2011-2015 in 714, periode 2016-2020 in 880 en in periode 2021-2025 in 973 uurhokken. |
|
 |
|
De weidebeekjuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 668 uurhokken, periode 2011-2015 in 761, periode 2016-2020 in 908 en in periode 2021-2025 in 983 uurhokken. |
|
  |
|
De bosbeekjuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 85 uurhokken, periode 2011-2015 in 112, periode 2016-2020 in 138 en in periode 2021-2025 in 193 uurhokken. Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Bedreigd.
|
|
 |
|
De watersnuffel wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 876 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.036, periode 2016-2020 in 1.053 en in periode 2021-2025 in 1.092 uurhokken. |
|
 |
|
De paardenbijter wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 1.215 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.412, periode 2016-2020 in 1.498 en in periode 2021-2025 in 1.542 uurhokken. |
|
 |
|
De variabele waterjuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 749 uurhokken, periode 2011-2015 in 885, periode 2016-2020 in 981 en in periode 2021-2025 in 1.032 uurhokken. |
 |
|
De bruinrode heidelibel wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 1.068 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.184, periode 2016-2020 in 1.429 en in periode 2021-2025 in 1.548 uurhokken. |
|
 |
|
De bloedrode heidelibel wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 1.011 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.076, periode 2016-2020 in 1.292 en in periode 2021-2025 in 1.392 uurhokken. |
|
 |
|
De steenrode heidelibel wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 1.013 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.230, periode 2016-2020 in 1.271 en in periode 2021-2025 in 1.311 uurhokken. Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar. |
 |
|
De glassnijder wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 664 uurhokken, periode 2011-2015 in 847, periode 2016-2020 in 1.054 en in periode 2021-2025 in 1.176 uurhokken. |
|
 |
|
De koraaljuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien.
In de periode 2006-2010 in 337 uurhokken, periode 2011-2015 in 338,
|
periode 2016-2020 in 476 en in periode 2021-2025 in 510 uurhokken.
koraaljuffer (vrouw) vorm typica De Brand, Udenhout, 25 juni 2009.
|
 |
|
De vuurjuffer wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 975 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.108, periode 2016-2020 in 1.167 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.265 uurhokken. |
|
ode 2011-2015 in 281, periode 2016-2020 in 518 en in periode 2021-2025 in 871 uurhokken. |
|
 |
|
De viervlek wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 957 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.166, periode 2016-2020 in 1.225 en in periode 2021-2025 in 1.336 uurhokken. |
|
 |
|
 |
|
De grote keizerlibel wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 1.183 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.295, periode 2016-2020 in 1.448 en in periode 2021-2025 is de voorlopige stand 1.478 uurhokken.
|
|
 |
|
 |
|
De zuidelijke keizerlibel (vanaf 1997) wordt steeds algemener in Nederland. In de periode 2006-2010 in 98 uurhokken, periode 2011-2015 in 185, periode 2016-2020 in 542 en in periode 2021-2025 is de voorlopige stand 893 uurhokken. |
|
 |
|
De blauwe glazenmaker wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 944 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.158, periode 2016-2020 in 1.269 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.336 uurhokken. |
|
 |
|
De bruine korenbout wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 196 uurhokken, peri |
 |
|
De gewone oeverlibel wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 1.275 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.315, periode 2016-2020 in 1.479 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.503 uurhokken. |
 |
|
De platbuik wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 1.042 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.212, periode 2016-2020 in 1.331 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.440 uurhokken. |
 |
|
De zwervende pantserjuffer wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 335 uurhokken, periode 2011-2015 in 248, periode 2016-2020 in 326 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 703 uurhokken. |
 |
|
 |
|
De azuurwaterjuffer wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 978 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.179, periode 2016-2020 in 1.332 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.490 uurhokken. |
 |
|
Het lantaarntje wordt op steeds meer plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 1.433 uurhokken, periode 2011-2015 in 1.381, periode 2016-2020 in 1.498 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.554 uurhokken. |
|
Stabiel: 7 soorten op foto.
  |
|
De kanaaljuffer is stabiel gebleven. In de periode 2006-2010 in 153 uurhokken, periode 2011-2015 in 191, periode 2016-2020 in 272 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 260 uurhokken. |
|
 |
|
De gewone pantserjuffer wordt in Nederland op steeds meer plaatsen gezien.. In de periode 2006-2010 in 631 uurhokken, periode 2011-2015 in 711, periode 2016-2020 in 716 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 747 uurhokken. |
 |
|
De populatie van de grote roodoogjuffer is stabiel gebleven. In de periode 2006-2010 in 849 uurhokken, periode 2011-2015 in 949, periode 2016-2020 in 1.057 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.073 uurhokken. |
 |
|
De populatie van de kleine roodoogjuffer is stabiel gebleven. In de periode 2006-2010 in 828 uurhokken, periode 2011-2015 in 807, periode 2016-2020 in 1.034 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 1.026 uurhokken. |
|
 |
|
 |
|
De populatie van de gevlekte glanslibel is stabiel gebleven. In de periode 2006-2010 in 40 uurhokken, periode 2011-2015 in 57, periode 2016-2020 in 78 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers in 77 uurhokken.
Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Bedreigd.
|
|
Afname: 22 soorten.
 |
|
 |
|
De venwitsnuitlibel wordt in Nederland door verdroging van hun leefgebied (vennen met veenmos) op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 183 uurhokken, periode 2011-2015 in 223, periode 2016-2020 in 258 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers ongunstig nog maar in 199 uurhokken. Oorzaak opdrogende vennen met veenmos??? Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Kwetsbaar en in de Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar.. |
|
  |
|
 |
|
De noordse witsnuitlibel wordt in Nederland door verdroging van hun leefgebied (vennen) ook op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 309 uurhokken, periode 2011-2015 in 398, periode 2016-2020 in 340 en in periode 2021-2025 zijn de voorlopige cijfers ongunstig nog maar in 183 uurhokken.
Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar.
|
|
 |
 |
Bandheidelibel (man). |
|
 |
 |
Bandheidelibel (vrouw). |
|
De bandheidelibel wordt sinds 1994 in Nederland waargenomen en op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 193 uurhokken, periode 2011-2015 in 264, periode 2016-2020 in 231 en in periode 2021-2025 in 146 uurhokken.
 |
|
 |
|
De zwervende heidelibel wordt sinds 1995 in Nederland waargenomen en op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 383 uurhokken, periode 2011-2015 in 438, periode 2016-2020 in 788 en in periode 2021-2025 tot heden in 525 uurhokken. |
|
  |
|
De metaalglanslibel wordt in Nederland op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 345 uurhokken, periode 2011-2015 in 403, periode 2016-2020 in 485 en in periode 2021-2025 in 460 uurhokken. Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar.
|
|
 |
|
 |
|
 |
|
Zwarte heidelibel, Westbroekse Zodden, 25 juni en 14 juli 2025.
De zwarte heidelibel wordt in Nederland op steeds minder plaatsen gezien en verhuisd van de zandgronden naar de laagveengebieden. In de periode 2006-2010 in 554 uurhokken, periode 2011-2015 in 823, periode 2016-2020 in 572 en in periode 2021-2025 in 429 uurhokken. Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar.
|
 |
|
De bruine glazenmaker wordt in Nederland op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 708 uurhokken, periode 2011-2015 in 885, periode 2016-2020 in 897 en in periode 2021-2025 in 814 uurhokken. Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar.
|
|
 |
|
De rivierrombout werd in de periode 1902 t/m 1996 niet in Nederland waargenomen en wordt nu op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 63 uurhokken, periode 2011-2015 in 80, periode 2016-2020 in 109 en in periode 2021-2025 in 99 uurhokken. |
|
 |
|
 |
|
De groene glazenmaker wordt in Nederland op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 91 uurhokken, periode 2011-2015 in 110, periode 2016-2020 in 98 en in periode 2021-2025 in 78 uurhokken. Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Kwetsbaar. |
|
 |
|
De geelvlekheidelibel wordt in Nederland op steeds minder plaatsen gezien. In de periode 2006-2010 in 403 uurhokken, periode 2011-2015 in 64, periode 2016-2020 in 38 en in periode 2021-2025 in 14 uurhokken. Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Bedreigd. |
|
 |
|
De maanwaterjuffer wordt in Nederland door verdroging van hun leefgebied
(o.a. kleine vennen) op steeds minder plaatsen gezien.
In de periode 2006-2010 in 48 (10 km2 hokken), periode 2011-2015 in 53,
|
periode 2016-2020 in 46 en in periode 2021-2025 in 23 (10 km2) hokken.
Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Kwetsbaar.
Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar.
|
 |
|
De speerwaterjuffer wordt in Nederland door verdroging van hun leefgebied
(o.a. kleine vennen) op steeds minder plaatsen gezien.
In de periode 2006-2010 in 12 (10 km2 hokken), periode 2011-2015 in 11,
periode 2016-2020 in 9 en in periode 2021-2025 in 7 (10 km2) hokken.
Nederlandse Rode Lijst Libellen, 2015. Categorie; Ernstig Bedreigd.
Europese Rode Lijst Libellen, 2024. Categorie; Kwetsbaar.
|
ZIE: FOTOPAGINA DAGVLINDERBALANS 2025